<< Terug naar categorie
Vennootschapsrecht
- 18 -
november
2015

Overdracht en onderhuur van handelshuurovereenkomsten



Kan men een handelshuurovereenkomst overdragen aan een derde, of het pand onderverhuren? Er zijn twee scenario’s:

  • Een overdracht of onderhuur werd in de hoofdhuurovereenkomst niet verboden: de overdracht of onderhuur is onder voorwaarden (infra) mogelijk, of;
  • De overdracht of onderhuur werd in de overeenkomst verboden: het verbod om de huur aan anderen over te dragen of om een onroerend goed of een gedeelte van een onroerend goed in onderhuur te geven, kan geen beletsel zijn voor een overdracht of een onderverhuring die samen geschiedt met de overdracht of de verhuring van de handelszaak en slaat op de gezamenlijke rechten van de hoofdhuurder. Wanneer echter de verhuurder of zijn familie een gedeelte van het onroerend goed bewoont, blijft het verbod van huuroverdracht of onderverhuring gelden (art. 10, lid 1-2 van de Handelshuurwet).

 

Wordt de huur overgedragen of het pand onderverhuurd, dan moet aan de verhuurder het ontwerp van akte van overdracht of van onderverhuring worden betekend per aangetekende brief of bij gerechtsdeurwaarderexploot (art. 10, lid 3 van de Handelshuurwet).

Uitzondering

De geldelijke verplichtingen van de initiële huurder kunnen niet worden overgedragen. Hij/zij zal steeds solidair gehouden blijven met de onderhuurder/overnemer, althans tenzij de eigenaar zijn expliciet akkoord geeft met de overdracht/onderhuur.

De onderhuurder/overnemer kan de huurder hier uiteraard voor vrijwaren in de nieuwe handelshuurovereenkomst.

Verzet door de verhuurder (art. 10, lid 4 ev. Handelshuurwet)

De verhuurder die meent wettige redenen te hebben om zich tegen de overdracht of de onderverhuring te verzetten, is gehouden zijn met redenen omkleed verzet – eveneens via aangetekende brief of gerechtsdeurwaarderexploot – te doen kennen binnen dertig dagen na de betekening. Gebeurt het verzet niet omstandig of laattijdig, dan wordt de verhuurder geacht met de overdracht of onderhuur in te stemmen.

Verzet is o.a. gegrond als de huurder de handel in het gehuurde goed sedert minder dan twee jaren heeft uitgeoefend.

De huurder kan in rechte tegen het verzet opkomen. Dit dient te gebeuren binnen de vijftien dagen, op straffe van verval.