<< Terug naar categorie
Vennootschapsrecht
- 10 -
november
2017

De aandeelhoudersovereenkomst: discrete en flexibele tool



Wat is het nut van een aandeelhoudersovereenkomst als de vennootschap ook al statuten heeft waarin de aandeelhouders of vennoten afspraken (moeten) vastleggen? Is ze zinvol, en waarom, of is het gewoon bijkomend papier? Omwille van twee redenen is de aandeelhoudersovereenkomst een aan te raden werkinstrument: er zijn geen vormvereisten, en ze dient niet gepubliceerd. Dit levert aan de betrokken partijen heel wat flexibiliteit, discretie en vrijheid.

 

Statuten

Dat het noodzakelijk is vooraf afspraken op papier vast te leggen, hoeft geen betoog. Wanneer de samenwerking tussen partijen abrupt stopt (bijvoorbeeld ingevolge het overlijden van één van de aandeelhouders), of ze stroef begint te lopen, is er veelal geen tijd en/of ruimte om zaken fatsoenlijk te regelen.

Bij oprichting zijn er minstens de statuten, een minimum aan (wettelijke) afspraken aangereikt door de notaris, maar meestal zonder concrete invulling omdat de statuten nadien verplicht in het Belgisch Staatsblad dienen te worden gepubliceerd. Discrete afspraken (omtrent de bezoldiging van bestuurders bijvoorbeeld), vinden er hun plaats niet.

Wenst men tijdens het leven van de vennootschap wijzigingen aan te brengen aan de statuten, dan dient dit bovendien opnieuw notarieel te gebeuren door het samenroepen van een buitengewone algemene vergadering. Deze procedure is wettelijk vastgelegd, en voor sommige (kleinere) wijzigingen, eerder omslachtig en kostelijk. En het is niet ondenkbaar dat dit af en toe eens nodig is. Een onderneming, haar key-mensen, haar aandeelhoudersstructuur en strategie,… evolueren constant en vergen daaraan aangepaste afspraken.

 

Aandeelhoudersovereenkomst

Een aandeelhoudersovereenkomst kan daarentegen op elk moment eenvoudig worden aangepast en dat zonder kosten. Bovendien bestaat ze in principe enkel tussen de partijen die mee tekenen, en blijven de gemaakte afspraken dus confidentieel.

Niet minder aantrekkelijk is het feit dat men in de aandeelhoudersovereenkomst vrij kan kiezen over welke zaken er wel of niet worden opgenomen. Courant zijn afspraken omtrent de manier waarop eventuele conflicten zullen worden aangepakt. Zo kan er bijvoorbeeld een bepaalde ‘cool off’ periode worden opgelegd waarin na een discussie geen onmiddellijke beslissingen mogen worden genomen, of exit-clausules met een vaste waarderingsformule opgenomen om gevallen van patstelling bij een bad leaver te voorkomen.

Ook de al dan niet vrije overdraagbaarheid van aandelen komt vaak aan bod. In een BVBA zijn aandelen in principe niet vrij overdraagbaar, waar dat in een NV wel het geval is. Maar ondanks de gekozen rechtsvorm kunnen de aandeelhouders daarvan afwijkende afspraken maken. In hetzelfde kader worden meer dan eens voorkoop- en/of volgrechten ter bescherming van minderheidsaandeelhouders opgenomen.

De uitoefening van de stemrechten wordt ook vaak verder uitgeschreven in een aandeelhoudersovereenkomst. Zo gebeurt het wel eens dat verschillende categorieën aandelen worden uitgegeven teneinde minderheidsaandeelhouders te beschermen. Neem een vennootschap met 3 aandeelhouders waarvan de twee actieve-aandeelhouders elk 30% bezitten, en één niet-actieve aandeelhouder 40% heeft. Die laatste kan makkelijk buiten spel worden gezet, omdat nogal wat beslissingen met een eenvoudige meerderheid van 50% kunnen worden genomen. In een aandeelhoudersovereenkomst kan men afspreken dat de actieve aandeelhouders één categorie zijn (A-aandeelhouders) terwijl de niet-actieve aandeelhouder een tweede categorie wordt (B-aandeelhouder). Men kan dan oplijsten welke beslissingen een bijzondere meerderheid vereisen (akkoord in beide categorieën). Hetzelfde principe wordt dan veelal overgenomen op niveau van de raad van bestuur. Er kan ook één van de bestuurders worden aangewezen om de dagdagelijkse leiding op zich te nemen, en men kan ineens vastleggen wat dat concreet inhoudt (bv. beslissingen die onder een bepaald bedrag blijven, kan de dagelijks bestuurder steeds alleen nemen).

Ook kan men bepaalde afspraken maken omtrent de winstverdeling, bv. een verplichte reservering van een deel van de winst, of omgekeerd, een uitkering van een minimumdividend verplicht maken om niet-actieve aandeelhouders te vergoeden.

Kortom, de mogelijkheden zijn uitgebreid en bieden zowel tijdens het bestaan van de vennootschap als bij het opdoeken ervan oplossingen die geen tijdrovende discussies (meer) vereisen.