<< Terug naar artikels
Schenking en successie
- 14 -
oktober
2020

De doorgeefschenking



De ‘successieplanning optimaliseren’, ‘benutten van het progressievoorbehoud’, ‘generation skipping’ … de kranten staan bol van de verschillende manieren om zo min mogelijk belasting te betalen op de nalatenschap. De Vlaming heeft er een hekel aan, en is doorgaans dus bereid al voortijdig afstand te doen van (een deel van) zijn vermogen – al dan niet met behoud van controle – teneinde die belastingdruk zoveel als mogelijk te beperken.

En de Vlaamse Belastingdienst heeft hier begrip voor, o.a. omdat nalatenschappen steeds later openvallen, waardoor erfgenamen erven op een leeftijd waarop ze het eigenlijk minder nodig hebben. Hun kinderen daarentegen hebben dan gewoonlijk nog niet alle schaapjes op het droge, en kunnen wel een duwtje in de rug gebruiken. Sinds 1 september 2018 kan de ouder-erfgenaam aldus op een fiscaal vriendelijke manier (een deel van) zijn nalatenschap verwerpen in het voordeel van zijn eigen afstammelingen.


Hoeveel belasting is dan verschuldigd?

De erfbelasting moet worden betaald op de nalatenschap alsof men die zou behouden. Maar schenkt de ouder-erfgenaam nadien (een deel van) die erfenis door aan zijn kinderen, dan wordt de reeds betaalde erfbelasting afgetrokken van de schenkbelasting die zou zijn verschuldigd op het deel die aan de kinderen wordt doorgeschonken.

Bijvoorbeeld: vader Hubert komt te overlijden. Zijn nalatenschap betreft een woonhuis van 250.000 euro en een som geld van 50.000 euro. De verschuldigde erfbelasting bedraagt:

  • Op de woning : 50.000 euro à 3% en 200.000 euro à 9% = 19.500 euro
  • Op het geld: 50.000 euro à 3% = 1.500 euro

Zoon Bram is dus 21.000 euro verschuldigd aan erfbelasting. Schenkt hij evenwel het huis door aan zijn dochter Sofie, dan is zij geen schenkbelasting meer verschuldigd. Dat komt op een besparing van 13.500 euro (150.000 euro à 3% en 100.000 euro à 9%)!

 

Welke goederen kunnen worden doorgeschonken?

Welk deel van de nalatenschap aan de afstammelingen wordt doorgeschonken, is vrij. Dat kunnen dus zowel roerende als onroerende goederen zijn, in hun geheel of slechts een deel. Evenmin moet het goed zelf worden geschonken. Men kan evenzeer ‘de waarde’ ervan doorgeschenken.

In de praktijk schenkt men gewoonlijk vastgoed door, omdat de roerende goederen aan 3% kunnen worden geschonken aan de kinderen of zelfs onbelast via een bank- of handgift.

 

Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan?

Eerst en vooral moet de nalatenschap zijn opengevallen in het Vlaams Gewest. De overleden grootouder moet dus minstens 5 jaar voor het overlijden in Vlaanderen hebben gewoond. Bovendien moet de erfbelasting zijn geheven door het Vlaams Gewest, en ook zijn betaald.

De schenking zelf:

  1. Moet binnen het jaar na het overlijden van de erflater (grootouder) gebeuren,
  2. voor de notaris (authentieke akte),
  3. ten gunste van een afstammeling (t.t.z. kinderen, (achter)kleinkinderen, stief- en zorgkinderen);
  4. en ze mag niet zijn gebonden aan een termijn of aan een opschortende voorwaarde, en in de schenkingsakte moet de vrijstelling formeel worden gevraagd.

 

In Wallonië bestaat een analoog systeem, hoewel minder flexibel (de schenking moet binnen de 7 maanden gebeuren, en de schenker dient dan de gehele nalatenschap te verwerpen).