<< Terug naar artikels
Schenking en successie
- 4 -
juli
2016

Schenken: gegeven is gegeven?



Artikel 894 van ons Burgerlijk Wetboek bepaalt heel duidelijk: “een schenking onder de levenden is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van de geschonken zaak ontdoet, ten voordele van de begiftigde, die ze aanneemt”. Dus, gegeven is gegeven? Ja, maar er zijn uiteraard uitzonderingen en er bestaan ook beschermingsmechanismen.

 

1. Uitzondering: schenking tussen echtgenoten

Alle schenkingen, tussen echtgenoten tijdens het huwelijk anders dan bij huwelijkscontract gedaan, zijn steeds herroepelijk, hoewel zij schenkingen onder de levenden worden genoemd (art. 1096 BW). Deze herroeping:

  1. Is een persoonlijk recht van de schenker (en dus niet van zijn schuldeisers of erfgenamen) die uitdooft bij zijn overlijden;
  2. Moet niet aan vormvereisten voldoen. Ze kan zowel stilzwijgend als uitdrukkelijk gebeuren;
  3. Dient niet gemotiveerd te worden;
  4. Gebeurt retroactief. Bijvoorbeeld: schonk de begiftigde echtgenoot het goed ondertussen aan een derde, dan wordt ook die schenking retroactief ontbonden.

Kortom, de schenker kan na echtscheiding of overlijden van de begiftigde, de schenking nog herroepen.

Deze mogelijkheid tot herroeping kan ongewenst zijn, maar biedt in andere gevallen dan weer mogelijkheden naar successieplanning toe. Zo wordt nogal vaak wederzijds (een deel van) het eigen vermogen aan de andere echtgenoot geschonken:

  1. Elk van de echtgenoten schenkt (een deel van) zijn eigen vermogen aan de andere echtgenoot. Omwille van het verbod uit artikel 1097 BW dient dit in twee afzonderlijke aktes te gebeuren, en moet de samenhang tussen de twee schenkingen uit beide aktes te blijken;
  2. er wordt schenkbelasting betaald over de grootste schenking (dus niet op beide schenkingen!), tenzij er sprake is van een bank- of handgift;
  3. de schenking is ten allen tijde herroepbaar en creëert dus geen definitieve situatie tussen de echtgenoten. Dit biedt een uitweg in geval van onenigheid tussen de echtgenoten;
  4. bij overlijden van één van de echtgenoten, wordt de andere echtgenoot eigenaar van beide eigen vermogens zonder hier nog erfbelasting op verschuldigd te zijn!

 

Noteer wel dat wanneer echtgenoten in hun huwelijkscontract een schenking doen, deze schenking enkel herroepen kan worden mits wederzijds akkoord, wat een wijziging van de huwelijksovereenkomst bij de notaris vereist.

Tenslotte dient te worden vermeld dat echtgenoten elkaar enkel goederen kunnen schenken die zij zelf bezitten (eigen vermogen):

  • Zijn ze gehuwd onder het stelsel van scheiding van goederen, dan zijn er in principe alleen maar eigen goederen, ongeacht of deze verkregen of opgebouwd werden vóór of tijdens het huwelijk;
  • Zijn ze gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van goederen, dan bestaat het eigen vermogen enkel uit de goederen die men al bezat voor het huwelijk of wat tijdens het huwelijk is verkregen uit erfenis of schenking;

Willen echtgenoten elkaar goederen schenken die deel uitmaken van de huwelijksgemeenschap, dan dient eerst de huwelijksovereenkomst te worden gewijzigd.

 

2. Beschermingsmechanismen

Er bestaan enkele juridische mechanismen die de schenker beschermen: hij/zij raakt niet meteen en onherroepelijk zijn eigendom kwijt, en/of kan er minstens het beheer over blijven uitoefenen.

De meest gebruikte techniek is de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik waarbij enkel het naakte eigendom overgaat naar de begiftigde. Dit stelt de schenker in staat nog van het goed te genieten en het beheer te behouden. Even evident is het opnemen van voorwaarden in de schenkingsakte (bv. men schenkt een onroerend goed onder voorwaarde dat in geval van verhuur een deel van de huur doorgestort wordt aan de schenker). Worden die voorwaarden niet nageleefd, dan kan deze schenking onder last worden herroepen.

Zolang ze een rechtmatig belang dient en beperkt wordt in de tijd, kan ook het vervreemdingsverbod soelaas bieden. Ze kan worden aangewend om familiestukken binnen de familie te houden (bv. verbod tot inbreng in de huwelijksgemeenschap), of in combinatie met een schenking met voorbehoud van vruchtgebruik omdat in dergelijk geval een rustig genot van het vruchtgebruik kan gegarandeerd worden.

 

3. Wettelijke en conventionele terugkeer

Het recht voorziet dat geschonken goederen automatisch en belastingsvrij terugkeren naar het vermogen van de schenker indien de begiftigde eerder komt te overlijden. Dit gebeurt evenwel enkel voor zover de goederen zich nog in natura in de nalatenschap bevinden. Dus: schonk men een auto maar werd die voor overlijden nog verkocht, dan keert die niet terug naar het vermogen van de schenker. Daarom wordt vaak een conventioneel beding van terugkeer opgenomen in de schenkingsakte.